Gebruikershandleiding - rijtips

Rijtips

Schakelen

Schakel naar een andere versnelling als je snelheid of het terrein daar om vraagt. Je moet altijd blijven trappen als je schakelt. Gebruik een versnelling waarin je soepel en efficiënt kunt trappen.

De hendel rechts op het stuur bedient het versnellingssysteem aan de achterzijde. De grote hendel schakelt naar lichtere versnellingen (grotere tandwielen). De kleine hendel schakelt naar zwaardere versnellingen (kleinere tandwielen).

De hendel links op het stuur bedient het versnellingssysteem aan de voorzijde. De grote hendel schakelt naar zwaardere versnellingen (groter kettingblad). De kleine hendel schakelt naar lichtere versnellingen (kleiner kettingblad).

Kies op tijd de juiste versnelling. Schakel niet als je pedalen vol belast worden, zoals tijdens het bergop rijden. Kies je klimversnelling zo vroeg mogelijk zodat je klaar bent voor de beklimming. Als je toch onder belasting moet schakelen, haal dan even de druk van de pedalen als je schakelt.

De juiste versnelling

Hoe meer je oefent, hoe meer het schakelen een impuls of reflex wordt waar je nauwelijks bij nadenkt.

Na verloop van tijd vind je de versnelling(en) die het prettigst voor je aanvoelt. De optimale versnelling en trapfrequentie (tpm) kunnen variëren. De meeste mensen vinden het makkelijker om in een lage versnelling bergop te rijden, een hogere versnelling is beter in een afdaling en een versnelling ergens in het midden is comfortabel op vlak of licht rollend terrein.

Probeer versnellingscombinaties met een gekruiste ketting te voorkomen: Een groot kettingblad voor/groot tandwiel achter OF een klein kettingblad voor/klein tandwiel achter. Een schuinlopende ketting is slecht voor je aandrijving.

Het is een goed idee voor beginners om te gaan fietsen met een ervaren rijder die bereid is om je de basistechnieken van versnellingskeuze te leren.

Remmen en stoppen

Goed leren remmen zorgt ervoor dat je veiliger en met vertrouwen op pad gaat. Zorg altijd dat je remmen goed werken voordat je gaat fietsen.

Terugtraprem

Als je fiets een terugtraprem heeft, dan kun je de rem activeren door achteruit te trappen. Voor de grootste remkracht moeten de crankarmen zich in een horizontale positie bevinden tijdens het remmen.

Pedaalpositie voor de beste remkracht bij een terugtraprem.

Rem/schakelhendels

Remmen doe je met beide remmen tegelijk. Te veel remmen met de voorrem kan ervoor zorgen dat je achterwiel van de grond komt waardoor je de controle verliest. Te veel remmen met de achterrem kan ertoe leiden dat je begint te slippen.

De meeste remkracht op je fiets komt van je voorrem - gebruik hem met gevoel. De achterrem helpt je om geleidelijk snelheid te minderen.

Om te voorkomen dat bij hard remmen het achterwiel loskomt van de grond, moet je het gewicht naar achteren verplaatsen en je zwaartepunt zo laag mogelijk leggen.

Als je een noodstop moet uitvoeren, trek dan beide remmen geleidelijk en gelijkmatig in om je snelheid zo goed mogelijk af te remmen.

Altijd voor de bocht beginnen te remmen. Hard remmen in de bocht kan ertoe leiden dat je wielen beginnen te slippen waardoor je de controle kunt verliezen. Laat halverwege de bocht je remmen los voor meer stabiliteit en bochtengrip.

Voortdurend remmen kan ertoe leiden dat je velg of de remonderdelen erg heet worden en sneller verslijten. Om oververhitting van het remsysteem te voorkomen, moet je de remmen af en toe loslaten om de remvlakken te laten afkoelen.

Klimmen

De belangrijkste tip voor het klimmen is het vinden van de juiste versnelling voordat je aan de klim begint. Zodra je het schakelen onder de knie hebt, maken deze aanvullende technieken het gemakkelijker om elke beklimming te overwinnen.

Leun naar voren en buig je ellebogen op steile beklimmingen. Oefen met het vinden van de juiste balans tussen je voor- en achterwiel en wees klaar om te schakelen als je bergop gaat.

Of je staand of zittend klimt, is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Soms helpt het om tussen deze twee posities te wisselen omdat ze verschillende spiergroepen aanspreken. Van positie wisselen kan daarom vermoeide spieren een beetje rust gunnen.

Afdalen

Snelheidsbeheersing, gewichtsverdeling en stuurcontrole zijn de belangrijkste aspecten bij veilig en effectief afdalen.

Je snelheid leer je beheersen door ervaring en een goede remtechniek. Om je gewicht op een steile afdaling in balans te houden tussen je wielen, moet je het gewicht naar achteren verplaatsen en zo laag mogelijk op de fiets gaan zitten, net als tijdens het remmen.

Hou je knieën en ellebogen gebogen zodat je lichaam schokken en hobbels kan opvangen. Vermijd een paniekreactie door abrupt in de remmen te knijpen.

Controleren van de stuurbeweging

Je gebruikt je stuur alleen om te sturen bij lage snelheden. Sturen bij hoge snelheden of in afdalingen is gevaarlijk en moet alleen worden gedaan als in de vorm van tegensturen.

Bijvoorbeeld, bij een bocht naar rechts zet je het pedaal aan de buitenkant (links) naar beneden in de zes-uurspositie en hou je gewicht op dat pedaal. Terwijl je in de bocht beweegt, druk je de hand aan de binnenzijde van de bocht (rechts) naar voren (niet naar beneden) en leun in de richting van de bocht.

Het voor- en achterwiel volgen een verschillend pad. Stuur zodanig dat beide wielen het beste pad volgen. Blijf ontspannen in de bocht en hou het gewicht centraal boven de fiets.

Meer informatie

Ga naar het Trek YouTube-kanaal voor een groot aantal instructievideo's om je kennis over fietsen te verbeteren:

Bekijk de video’s

Finding the right gear

With practice, gear selection will become more of an impulse or reflex, requiring little thought.

Over time, you’ll find the gear(s) that are most comfortable for you. Optimum gear and pedal revolutions (rpm) vary. Most people find that a lower gear is better going uphill, a higher gear is better going downhill, and a gear somewhere in between is comfortable on flat or rolling terrain.

It’s a great idea for beginners to ride with an experienced rider who’s willing to teach you the basics of gear selection.